De definitie van jihad is "strijd", niet heilige oorlog. Jihad is zo belangrijk dat het in elke islamitische tekst is opgenomen – de Koran, de Sira (biografie van Mohammed) en Hadith (de tradities van Mohammed). Jihad is 24% van de latere Koran, 21% van de Hadith (Bukhari) en 67% van de Sira.
Er zijn vier manieren waarop jihad wordt beoefend. Jihad kan door het zwaard, met schrijven, met spraak en met geld. Een veel voorkomende verdediging van de jihad is dat het twee vormen heeft.
Er is de grotere jihad, de innerlijke strijd om slechte gewoonten te overwinnen. Dan is er de mindere jihad van de oorlog. Bukhari's Hadith heeft ongeveer 1400 hadiths over jihad. Slechts 2% van die 1400 gaat over jihad als religieuze inspanning. Dus 98% van de jihad hadiths gaan over jihad als oorlog.
Mohammed was niet erg succesvol in het verspreiden van de islam totdat hij een jihadist werd. Toen hij stierf was elke Arabier moslim. Het was de jihad die Mohammed aan de macht bracht. Volgens de islamitische doctrine is jihad de beste actie die een moslim kan uitvoeren. Als een jihadist in zijn inspanningen sterft, ondergaat hij niet de straf van het graf of de onzekerheid van de dag des oordeels, maar gaat hij rechtstreeks naar het paradijs. Hij zal wonen onder de hemelse maagden van genot.
Jihad veranderde de geschiedenis totaal en creëerde een nieuw politiek landschap. Het Midden-Oosten, Turkije, Egypte en Noord-Afrika werden getransformeerd van een christelijke beschaving naar een islamitische beschaving. Zeven eeuwen lang stonden Spanje en Portugal onder islamitische heerschappij. Oost-Europa, met name de Balkan, werd geregeerd door de Politieke Islam. In de afgelopen 1400 jaar werden minstens 270 miljoen Kafirs (niet-moslims) gedood door de jihad.